het is
verdrietig
als je niet
verdrietig
kunt zijn
de leegte
in mijn leven
heeft onmeetbare
vacuumruimte
die niet te
vullen zijn
ik hoor in de verte
dof tromgeluid
aan het einde van
de lange laan zie ik
een stoet
hij komt mijn 
richting uit.
omfloerst zijn
de trommen
dat hoort zo
bij zo’n 
gelegenheid

zwarte paarden
lopen voorop
gedreven door een
koetsier met een
hoge hoed
statig is het
niemand lacht
dat hoort zo
bij zo’n
gelegenheid

na “afloop” wordt
er wat gegeten
en gedronken
en gepraat
en gelachen
dat hoort zo
bij zo’n
gelegenheid
ik droom van lichte gewichten
veel lichter dan een veer
voor krachten moet ik zwichten
en waai steeds heen en weer

veel hoger dan in Manhattan
waar het V.N. gebouw staat
en blanken en zwarten jatten
geven in en hoog-boven de straat

in al die vederlichte dromen
doorklief ik de ijle lucht
en denk V.N. o wat een klucht

samen zullen we moeten dromen
over het allergrootste gewicht
dat God ons schenkt
       HET LICHT
de immense rust
die voor ons ligt
komt steeds
dichterbij
toen ik mij 
betrapte
dat ik op
mijn schaduw
trapte
barste ik 
in huilen uit
maar niet 
van de pijn
maar van het
bezit
wat je niet 
kunt 
grijpen
pas als je het
niet meer bezit
besef je pas
wat je niet meer
bezit
als alle dagen
niet alles wat
blinkt is goud
het samen zijn
wel
in duizendvoud
zou ik je willen
begroeten
maar steeds
tevergeefs
telkens zie 
ik je verder
totdat dat zelfs
niet meer is
om de hete brij
alsmaar rondjes
lopen
ik word er
dol van
de zinkende zon
in een zee vol
avondrood
opkomend
getij
het lege huis
pal naast de
lege school
en de kerk
in diepe duisternis
ben ik op zoek
naar het licht
dat overal schijnt
in het ijsblauw licht
toch nog even
je schaduw bij
zonsondergang
in de hemel
is niets aards
alles is
Hemels
als het kaarsje
is opgebrand
is het uit
met de pret
mevr. ria kletsmeier
80 jaar bij mijnheer
pastoor in de
biechtstoel
ze praat 100 uit
maar mevrouw
zegt de pastoor
hebt u dat nu nog
allemaal meegemaakt
nee mijnheer pastoor
het is al 60 jaar
geleden maar
ik praat er nog zo
graag eens over
hoeveel ruimte
neemt een ziel
in de hemel in
al is een poes nog
zo poeslief
een kat blijft een
kat
telkens op de eerste
maandag van de maand
om twaalf uur
het geluid
van
sirenes
de oorlog 
is nog niet
voorbij