een ongeluk 
zit in een
klein hoekje
en daarom 
is er geen 
onbelangrijke
plaats
een
play-boy
is een
plee jongen
treedt niet
in de trede
die ik 
zojuist
verlaten heb
de weg is nog
ongewis
het is een
vreugde om
geĆ«motioneerd 
te zijn
lachen 
als het moet
zijn het mijn woorden
die worden 
teruggekaatst
of heb ik
gedroomd
weer zal ik naar
de berg gaan
en luisteren
luisteren
tientallen mieren
ik loop ze zo
overhoop
tegen wil en dank
voor het
lieveheersbeestje
maak ik een
ommetje
wolken zijn
oplosbare koppen
winden waaien ze
tot herinnering
als de maan er
doorschijnt zijn
de hersenen
zichtbaar
donkere partijen
staan aan de
vooravond om in
huilen uit te
barsten
ik ben
om de beurt
ik
en
jij
in
een
gesprek
de schaduw
van het leven
zit gebakken
in de mens
wanneer zal het
lied van de 
eeuwigheid
gaan klinken
wanneer zijn we
in het paradijs  
kunnen we nu
nog een plaatsje
boeken naar die
ene lange reis
hoe lang nog?

eindeloos lang hou ik de wacht bij de telefoon.dadelijk gaat ie.misschien over tien tellen.ik tel zeven ..acht...negen.....ik begin alsmaar langzamer te tellen.dan,ik kan het niet meer ophouden tien.Geen telefoon.Ik maak het wat ruimer.Binnen tien minuten zal de telefoon wel rinkelen,zal er wel iemand opbellen om met mij een kletspraatje te maken.Ik maak er maar tien uur van.De kans dat binnen die tijd gebeld wordt is een stuk,stukje,groter.Ik heb een ruim hart.Ik maak er tien dagen van.Dan hebben ze wat meer tijd en dan hebben ze ook meer te vertellen.
Ik tel er al op.
Ha,de bel gaat.O,het is de huisbel
De meterstand moet worden opgenomen
Gas en Water.
Fijn dat er vandaag toch nog gebeld is.
als ik naar een 
voetbalwedstrijd
kijk
ben ik altijd voor de 
onderhond
vette olie glijdt
traag langs een
denkbeeldige 
aanlegsteiger
aan vergeten kade
waar wasvrouwen
tevergeefs wachten
op hun zeelui
zij hebben stoere
ankers op hun
bruinbehaarde
armen en lurken
aan hun pijp
ver van huis spelen
ze onder een
hoedje met hun
zeemanspet scheef
op hun kop
de was is nog
niet schoon
elk moment
nu 
is het
belangrijkste
de tijd 
daarna
missen we
misschien
hier 
de eeuwigheid is
nu
het fruit aan
de bomen
loenst om
mijn blik te
vangen
de strenge winter
heeft de waterval
bevroren ijspegels
hangen er als een
stijf gordijn van
stalactieten bij te
hangen
het besneeuwde
landschap 
volmaakt het
speelse lied
van de natuur
de eendagsvlinder
doorzichtig mooi
als gewassen zijden
ziet in de teunisbloem
die een nacht straalt
de bloem van zijn
graf
het ritme
van stilstand
en astronomische
snelheid is een beweging
in de
voortgang naar 
het volmaakste
eindpunt
het wordt tijd
dat op school
ter leering ende
vermaeck
het vak
FLIKFLOOIEN 
wordt gedoceerd
ook als u
van rechts
komt
moet u
geremd
zijn
ongevraagd komt
de dageraad
met een glimlach
op ons af
ongevraagd
verwarmt de
zon de aarde
ongevraagd klopt
ons hart in een
verlangend ritme
naar de natuur
ongevraagd komt
aan de dag
een einde
waaraan al het
aardse is
onderworpen
genieten
is het bezit
van vreugde
dat uitsteekt
boven het
grauw-donkere
waarin mensen
vervallen nog
voor de dag is
omgebracht
niet het winnen
van de wedstrijd
geeft het grootste
plezier maar de 
liefde 
in het spel
een plastic
roos
zei tegen zijn
natuurlijke
broer
ik ben op
mijn maker
boos
hoe
nader
hoe
dichter
 mantelzorgers
 spelen in de
 superliga
na de dood
is er een 
begin dat
nooit sterft
mijn lief is 
heengegaan 
waar ik zo graag
wil komen
God 
ik doe al mijn
werken voor U
en daarin ben
ik een grote 
zondaar 
ik noemde U
onlangs nog
verdomme met
Uw voornaam
het constateren 
is de 
bevestiging
van de pijn
nu mijn schaduw
bijna
de kim raakt
is het einde
nabij
het late zonlicht
geeft nog even 
het gevoel
van een 
warme dag
ik reed op
verboden grond
toen iemand
mij aansprak
en vroeg
wat zoekt u hier
ik zei eigenlijk
niets dan alleen
de weg
en hij antwoordde
zullen wij dan
samen zoeken
licht
God’s licht
is liefde
het onzichtbare
licht dat altijd
volop brandt
er is geen macht
op aarde die dat
licht kan doven
je hebt geen
warm hart
indien je het
steeds koud
laat
als je 
voorbij gaat
wat zit de wereld
toch raar in
elkaar
weer zijn er meer
miljonairs 
weer zijn er meer
miljardairs
weer zijn er meer
vluchtelingen
wat hebben we
geleerd van de
coronatijd
het wereldwijd
een zijn met
elkaar
in de hemel
zijn geen
jaargetijden
er is geen licht
en geen donker
nooit is er vroeg
nooit is er laat
er heerst slechts
een doodse
stilte
een halve maan
kijkt nieuwsgierig
door mijn raam
ik eet een 
banaan

gooi de franje
van je af
ontbloot je
ware gezicht
de naakte
waarheid
toen ik 
het dal
vaarwel zei
liet ik een
meer na
mijn lief
kijk in de
spiegel
naar mijn
rijkdom